De kinderen hebben geleerd dat er “slijmstoffen” in bladeren en zaden kan zitten. Die stoffen zijn goed voor je huid.
De kinderen konden hun vingers dopen in (in water) voorgeweekt lijnzaad: Dat is heel plakkerig. In de natuur worden die zaden op vochtige grond ook plakkerig. Dan blijven ze kleven aan de voeten van mensen of de poten van dieren. En zo worden de zaden dan weer verspreid.

De kinderen hebben de gedroogde weegbree van de eerste les heel fijn geknipt, gesneden of verkruimeld. En daarna die weegbree in een potje onder de olie gezet. Dan onttrekt de olie de slijmstoffen die we nodig hebben van de weegbree. In het donker gaat dat beter, dus hebben ze over elk potje een baby-sokje gedaan. Die moeten nu 6 weken in de klas blijven staan en af en toe moeten ze even kijken of de weegbree nog onder de olie staat. Zo nee: Even onderduwen met een saté-prikker.

Daarna gaan we er een zalf van maken, die goed gebruikt kan worden als je last hebt van ruwe lippen of ruwe handen.

Verder hebben we andijvie en sla geplant en winterpostelein gezaaid.

Omdat de kinderen de stappen voordat je kunt zaaien en planten nog niet goed toepassen, hebben we daarvan een stripverhaal gemaakt.